'Kind lijdt meer door isolement dan door sluiting school'

Rien Spies, bestuurder van Stichting Agora, heeft een hekel aan het woord ‘onderwijsachterstand’. Zelfs na de verplichte sluiting van de 24 basisscholen van zijn organisatie heeft hij het liever over ‘leervertraging’. ‘Met onze leerlingen komt het op dat vlak wel weer goed’, is zijn stellige overtuiging. ‘Ik maak me veel meer zorgen over het sociale isolement waarin veel kinderen zijn beland.’

Onderwijsman Spies is een van de drijvende krachten achter het pact voor Poelenburg en Peldersveld. Vier scholen voor primair onderwijs in deze wijken vallen onder de vlag van Agora, met ruim 1000 kinderen drukt de organisatie een flinke stempel op de ontwikkeling van de jongste bewoners in dit deel van Zaanstad.

‘Veel mensen bestempelen dit als achterstandsbuurten, maar vergeten dat leerlingen uit deze wijken net zoveel potentieel hebben als kinderen uit andere delen van de Zaanstreek. Ze maken wel een grotere kans op het oplopen van een leerachterstand door de sociale omgeving waarin ze opgroeien, de huisvesting, hun culturele achtergronden, de taalverschillen en door werkloosheid in het gezin. Dat speelt hier meer, ook los van Corona. De gevolgen van deze pandemie maken de opdracht voor onze scholen alleen nog maar groter omdat de verschillen gegroeid zijn.’

Wereldbeeld
Natuurlijk is Spies blij met de extra gelden voor het onderwijs die inmiddels zijn toegezegd door het kabinet. En hij zou die het liefst in het lesprogramma steken. ‘Helaas is dat niet zo eenvoudig als wordt voorgesteld. Gekwalificeerd personeel is haast niet te vinden. We zijn er niet met alleen meer geld.’ Wat Poelenburg en Peldersveld nu vooral nodig hebben is tijd, ziet Spies. ‘Rust en ruimte, om met de kinderen te kunnen spreken over hun sociaal emotionele problemen. Hen weer perspectief bieden. Veel kinderen zijn de afgelopen maanden teruggevallen. Sommigen hebben in die tijd nauwelijks Nederlands gesproken, bijvoorbeeld. De afstand tot school is gegroeid. Dat is bij de meest kwetsbare kinderen in deze wijken nog harder aangekomen dan in de eerste periode van scholensluiting.’

Spies: ‘Onze huidige leerkrachten moeten er de komende tijd volledig kunnen zijn voor hun kinderen. Als we extra geld mogen inzetten, dan willen we dat gebruiken om bij hen taken weg te nemen.’ Immers, het hoogste doel van Agora en de andere basisscholen in de pactwijken is: ‘Een fijne toekomst voor alle kinderen’.

Hoewel ze tegelijk opgroeien in dezelfde stad, hebben Zaanse kinderen niet allemaal dezelfde kansen op een succesvolle schoolloopbaan, meent onderwijsman Spies. ’Daarom bieden de schoolbesturen die in Poelenburg en Peldersveld actief zijn, met steun van de gemeente, hun leerlingen extra lestijd aan. De kinderen leren daarin hun blik op de wereld te verbreden. Het is in 2,5 uur een verdieping en uitbreiding van wat we al in de klas doen’, legt Spies uit. ‘Aansluitend op ons lesprogramma krijgen ze muziek en toneel. Ze leren argumenteren en debatteren, ze leren over gezond eten, bewegen, sociale vaardigheden. Vooral zaken die relatief veel kinderen van uit de thuissituatie niet meekrijgen, maar waardoor ook voor hen dingen gaan leven die wij als vanzelfsprekend ervaren in onze samenleving. Bijvoorbeeld tijdens een bezoek aan een museum, of het lezen van een boek over de geschiedenis.’

Opdracht
Dan toch nog even over de gevolgen van corona. ‘Het wordt zwaar, het is een serieuze opgave, maar ik zie het niet somber in. Ik vertrouw op de flexibiliteit en de kracht van kinderen. We staan voor een forse opdracht, wij moeten proberen hun angsten weg te nemen. Met die onderwijsvertraging komt het wel goed. In samenwerking met de andere scholen beginnen we straks weer met de zomerschool, met ongeveer 500 kinderen, dan krijgen ze extra taal en rekenen.’

Spies: ’Onze grootste uitdaging in Poelenburg en Peldersveld ligt echter op het emotionele vlak. Druk geen negatief stempel op deze kinderen, is mijn oproep. Zorg dat zij een eerlijke kans krijgen om veilig op te groeien en dat ze vertrouwen krijgen in zichzelf en hun omgeving. Want nogmaals: leerlingen uit deze wijken hebben net zoveel potentieel als kinderen uit andere delen van de Zaanstreek.’